Eenmaal op het ijs was het gevoel toch niet verkeerd. Ik kon mooi m'n slagen maken, maar voelde toch dat ik niet 100% voluit kon gaan door enkele ziektekiemen.
Bij een intensieve prikkel hoort ook een hard koersverloop. Ik was dus blij dat de jonge talenten van Lommel meestreden en in de eerste koershelft een kopgroep van 3 en later van 6 mee op snelheid hielden. Helaas is niet iedereen van mening dat in de kopgroep ieder z'n deel van het werk doet. (tenzij ploegenspel speelt, wat hier niet aan de orde was) De latere winnaar kwam met moeite op kop, enkel om in de laatste halve ronde in de sprint (waar ik zelf wel snelheid te kort kwam) de titel te pakken. Een manier van winnen waar ik moeite mee heb, maar ieder z'n mening natuurlijk. De sprint bracht me ondanks de inspanningen onderweg en de poging om in de laatste 3 ronden het tempo de hoogte in te jagen nog een derde plaats na een zeer verdienstelijk rijdend jong talent Jonathan Schildermans. Onthoud die naam, we gaan er nog van horen.
Het positieve nieuws is dat ik ondanks weinig intensieve prikkels op training m'n hartslag al goed de hoogte in kon jagen. Op momenten als dit mis ik het schaatsen wel. Als we nu eens een ijsbaan in de buurt hadden...